Selecteer 'Verbinding' in het configuratiescherm


1. Welk IP Adres gebruiken?

Bij het openen van het onderdeel 'Busverbinding' worden de mogelijke verbindingen opgevraagd.


Het aantal aangeboden netwerkverbindingen is afhankelijk van het aantal netwerkmodules (NWM, NWM-2) dat op je installatie aangesloten is.
Als je een B-Logicx Home Server (BHS) ter beschikking hebt, wordt deze hier NIET weergegeven. Je hoeft dit scherm dan ook helemaal niet meer te gebruiken.



Selecteer de gewenste module.


2. Eindgebruiker

  • Particuliere gebruikers met 1 installatie kiezen 'LAN (Standaard)'
  • Voor verbinding via het internet  of een tweede netwerkverbinding kan je de 'WAN Optioneel' aanvinken.
  • Beide adressen worden in het project opgeslagen en bij de volgende keer, hergebruikt.
  • Ook na een software-update blijven deze gegevens bewaard.


3. Installateur

  • Als je installateur bent en met een vaste netwerkmodule werkt, selecteer je 'Lokaal IP adres'.

Deze verbinding wordt opgeslagen in de ProgrammaMap.
Voor iedere klant werk je dus met dezelfde netwerkmodule.


4. Het IP adres van de netwerkmodule bepalen (geavanceerd)

kan je via de userguides op de site.


5. Bevestigen

Klik op de knop 'OK' om de wijzigingen op te slaan en de nieuwe gegevens te gebruiken.

Als je een verbinding hebt geselecteerd, wordt onmiddellijk geprobeerd om de verbinding tot stand te brengen.

Wanneer de verbinding niet kan gemaakt worden, zal de software dit aangeven. Pas de gegevens aan en probeer opnieuw.

Heb voldoende geduld. Als een verbinding niet direct kan bereikt worden, zal de computer enige tijd blijven proberen.

De software is niet vastgelopen, wacht tot de foutboodschap verschenen is voor je verder gaat.

Mac toestellen hebben de neiging van  20 tot 25 seconden te blijven proberen.


Opmerking:

Bij het openen van het configuratie scherm wordt de verbinding met de bus altijd stilgelegd.