Als je op de tab 'Test' klikt, worden de gegevens van de betreffende module automatisch opgevraagd.

1. Ingang of uitgang

  • Voor iedere aansluiting wordt weergegeven of die als ingang of uitgang is geprogrammeerd.
  • Een niet gebruikte aansluiting wordt als ingang weergegeven.


2. Testknoppen

2.1 Ingang:

  • De tekst op deze knoppen wijzigt naar 'Open' of 'Gesloten' naargelang de drukknop is ingedrukt of niet.
  • Deze knoppen verzenden exact wat de aangesloten knoppen zouden verzenden.

LET OP:

Als je op de busmonitor wil volgen wat er verzonden wordt, moet je het volgende in acht nemen:

Klik op de knop en hou hem ingedrukt. Je ziet nu wat verzonden wordt bij het indrukken.

Laat vervolgens de knop los, en dan zie je wat verstuurd wordt bij het loslaten.

Als je te snel drukt, worden de reactie bij het indrukken direct gewist en vervangen door het loslaten.

  • Als deze softwareknoppen werken en je echte drukknoppen verzenden niets, moet je de bedrading van je knop nakijken.

2.2 Uitgang:

  • Voor leds hebben deze knoppen geen functie.
  • Enkel de toestand van de led wordt hierop weergegeven.


3. Toestand opvragen

  • Na het openen van de tab kan de toestand van de drukknoppen wijzigen (door erop te drukken).
  • De huidige toestand vraag je op door op deze knop te klikken.


4. Module identificatie

  • Geavanceerde functie
  • Kan aan of uit gezet worden.
  • De ganse groep zal zijn identificatie verzenden als er op een knop gedrukt wordt.