Afhankelijk van de versie en de instellingen, kan het thermostaatscherm als volgt weergegeven worden.



Centraal in beeld komt de naam van de module/ruimte (ts Living), met eronder de naam van de geselecteerde comfort (Dag).
Rechts wordt de gevraagde waarde (22.5°C) weergegeven.
Wanneer de gemeten waarde (centraal in beeld) lager is dan de gevraagde waarde, is de verwarming actief.
Dat wordt weergegeven door de rode achtergrond.
Als de verwarming niet actief is, is alleen het vlam-symbool zichtbaar.


Als je thermostaat ingesteld is om ook te kunnen koelen, wordt dit weergegeven aan de linkerkant.
Boven het vries-icoontje staat nu een dubbel streepje.
Dat wil zeggend dat koelen voor de huidige comfort niet actief is.
Mocht het wel actief zijn, staat de gevraagde waarde voor koelen daar.
Als koelen actief wordt, wordt het vries-icoontje voorzien van een blauwe achtergrond.


Bovenaan het scherm staan de 2 standaard comforts (Nacht, dag).
Door deze knoppen activeer je de respectievelijke comforts.
Door het plus-teken te klikken, activeer je meer mogelijkheden.
Eerst en vooral komen alle beschikbare comforts zichtbaar.
Daarnaast vind je de knop 'Comforts instellen'.


Comforts instellen.
Stel de gevraagde waarde in met de '-' of de '+'-knoppen.
Klik op 'Comforts instellen'.
Klik onderaan op de gewenste comfort.