De And(En) en de Or(Of) functies zijn heel erg gelijkend. Alleen de interne werking is, uiteraard, anders.
Vandaar dat deze uitleg zich beperkt tot deze pagina. De verschillen worden aangeduid.

Mocht je meer informatie willen over wat een And(En) of een Or(Of) functie is, kijk dan even, achteraan, in onze catalogus.
Daar leggen we in detail de werking uit



1. Selecteer de gewenste functie

2. De sneltoetsen naar de andere logische schermen, de 'Programmeer'-knop en de 'Help'-knop

3. Bewerken van de functies: omschrijving wijzigen, functie toevoegen, functie wissen

4. Grafisch overzicht van de functie. Aan de 'Voorwaarden' en uitgangen vind je een '0' of een '1' terug, afhankelijk van de waarde ervan. Je kan de waarde altijd opvragen door op de tekening te klikken.
Onderaan wordt de 'host' van deze functie vermeld.

5. Deze parameter geeft weer of de functie actief is. Door deze parameter zou je de functie tijdelijk kunnen uitschakelen, mocht dat nodig zijn. Let op: deze functie houdt de toestand van de 'Voorwaarden' NIET bij als deze parameter uitgeschakeld is.

6. Voorrang (geavanceerd): Hiermee kan de je de volgorde van rekenen van de module bepalen. Standaard hoef je dit getal nooit aan te passen. Pas als je meer dan 3 functies met dezelfde voorwaarden hebt, pas je deze getallen aan.


De voorwaarden:
Zijn 5 members die vrij in te vullen zijn. Dit kan eender welke member zijn die je met 'Set' of 'Reset' kan aanspreken.

Als je een voorwaarde met 'Set' invult, wordt de voorwaarde 'Waar' als deze 'Set' op de bus ziet. Dit zal aan de respectievelijke 'Voorwaarde' als '1' weergegeven worden.
Op het moment dat 'Reset' op de bus komt, zal deze voorwaarde 'Niet waar' worden. De 'Voorwaarde' wordt dan weergegeven met ''0'.

Zo bepaal je zelf de (inverse) logica van de 'Voorwaarden'.


Overbrugt deze functie (enkel geldig voor de And-functie):
Hier kan je 1 voorwaarde invullen die de And-functie overbrugt. (Let op de tekening)
Dat wil dus zeggen dat als deze voorwaarde 'Waar' wordt, de uitgangen 'Acties verstuurd bij WAAR' zullen verstuurd worden, ongeacht de toestand van de 5 'Voorwaarden'.
Op het moment dat deze 'Voorwaarde' 'Niet waar' wordt, zullen de 'Voorwaarden' van de And-functie geëvalueerd worden. Deze zullen bepalend zijn voor wat er aan de uitgang zal verstuurd worden.

OPGELET: Deze voorwaarde is niet beschikbaar indien je een functie in een Procontrol-host hebt gezet. Tip: verhuis je functie naar een B-Logicx Host indien mogelijk.


Blokkeert deze functie (enkel geldig voor de Or-functie):

Hier kan je 1 voorwaarde invullen die de Or-functie blokkeert. (Let op de tekening)

Dat wil dus zeggen dat als deze voorwaarde 'NIET Waar' wordt, de uitgangen 'Acties verstuurd bij NIET WAAR' zullen verstuurd worden, ongeacht de toestand van de 5 'Voorwaarden'.
Op het moment dat deze 'Voorwaarde' 'Waar' wordt, zullen de 'Voorwaarden' van de Or-functie geëvalueerd worden; Deze zullen bepalen zijn voor wat er aan de uitgang zal verstuurd worden.
OPGELET: Deze voorwaarde is niet beschikbaar indien je een functie in een Procontrol-host hebt gezet. Tip: verhuis je functie naar een B-Logicx Host indien mogelijk.


Acties verstuurd bij (NIET) WAAR':

Geeft je de mogelijkheid om telkens 4 acties uit te voeren, na elke berekening van de functie.

Bij de Procontrol-modules is er telkens slechts 1 regel beschikbaar


BELANGRIJK:

  1. We gaan ervan uit dat je software met je systeem verbonden is als je deze functies gaat bewerken.
    Alle wijzigingen worden immers onmiddellijk naar de module geschreven.
  2. De functie kan de 'Voorwaarden' en uitgangen pas evalueren NADAT ze gewijzigd zijn.
    Dat wil zeggen dat als je een 'Voorwaarde' programmeert, de toestand ervan onbekend is. Deze kan op dit moment dus 'Waar' of 'Niet Waar' zijn.
    Pas nadat een 'Set' of 'Reset' van de betreffende Member op de bus gedetecteerd is, wordt de functie correct geëvalueerd.
  3. Logische functies worden pas geëvalueerd bij een wijzigende flank.
    Dat wil zeggen als een 'Voorwaarde' is gebruikt met 'Set', zal de functie deze 'Voorwaarde" als 'Waar' evalueren op het moment dat de eerste 'Set' van deze Member op de bus gestuurd wordt.
    De ganse functie wordt dan berekend, en afhankelijk van het resultaat wordt 'Acties verstuurd bij WAAR' of 'Acties verstuurd bij 'NIET WAAR' verstuurd.
    Als daarna een 'Reset' op de bus gedetecteerd wordt, zal de 'Voorwaarde' als 'Niet Waar' geëvalueerd worden. Ook nu wordt de ganse functie berekend en het resultaat zal verstuurd worden.
    Als daarna opnieuw een 'Reset' gedetecteerd wordt, wordt niets geëvalueerd, want er is niets gewijzigd t.o.v. de vorige toestand.
    Pas als er wijziging, aan een van de 'Voorwaarden' gedetecteerd wordt, wordt de functie opnieuw berekend.
  4. Na een spanningsonderbreking, zijn allen 'Voorwaarden' op 'NIET WAAR' gezet.
  5. Indien je een logische functie in een Procontrol-host probeert te activeren, kijk dan zeker eerst de versie van je module na. De procontrol module moet minstens een versie '1.126' hebben.
    Elke module met een versie lager zou de indruk kunnen geven dat die werkt, maar de resultaten daarvan zijn onbetrouwbaar.