Het invullen van de OR en de AND functie is grotendeels hetzelfde. Verschillen worden aangeduid.



Ingangen

  • 5 Or voorwaardes te gebruiken.
  • Voorwaardes die je niet gebruikt, vul je niet in.
  • Elke voorwaarde kan met het vinkje tijdelijk uitgeschakeld worden voor testdoeleinden.
  • 6e voorwaarde
    • OR: deze kan de Or functie toestaan of blokkeren.
    • AND: deze kan de Or functie overbruggen.


Uitgangen

  • 4 acties aan te sturen als de berekening van de functie WAAR is.
  • 4 acties aan te sturen als de berekening van de functie ONWAAR is.
  • Acties die je niet gebruikt, vul je niet in
  • Elke  actie kan met het vinkje tijdelijk uitgeschakeld worden voor testdoeleinden.


Data invoegen

  • Selecteer de ingang of uitgang die je wil invoegen met het keuzerondje voor de actie.
  • Klik 'Data invoegen.
  • Selecteer de gewenste functie (Voor de ingangen kan je enkel 'Set' of 'Reset' selecteren.
  • Selecteer een Member.


Wissen

  • Elke ingang of uitgang die je niet meer gebruikt, wis je.
  • Selecteer de ingang of uitgang die je wil invoegen met het keuzerondje voor de actie.
  • Klik 'Wis geselecteerde actie'.


Programmeren

  • Elke wijziging die aan de functie wordt aangebracht, moet naar de module gestuurd worden met de knop 'Programmeer functie'.
  • Onderaan vind je een vinkje waarmee je de functie volledig kan uitschakelen door het vinkje uit te zetten.
  • Als je ze terug wil inschakelen, zet je het vinkje terug aan.
  • Elke wijziging op dit scherm, stuur je door met de programmeerknop.


Testen

  • Elke wijziging kan/moet je testen.
  • Daarvoor moeten de ingangen aan- en uitgestuurd kunnen worden.
  • Dit betekent dat een actie met 'Set' of 'Reset' op de bus moet gestuurd worden.
  • Aangezien je niet altijd alle ingangen automatisch kan sturen, zoals bv het alarm aan en uit, of licht en donker, hebben we daarvoor testknoppen voorzien.
  • Selecteer de ingang die je wil testen met het keuzerondje voor de actie.
  • Klik op de knop 'Reset' of 'Set'


Online weergave

  • Als je een werkende functie selecteert, wordt onmiddellijk online data van de toestand weergegeven.
  • Een rode led geeft aan dat de ingang of uitgang ONWAAR is.
  • Een groene led geeft aan de de ingang of uitgang WAAR is.
  • Niet gebruikte voorwaardes worden weergegeven alsof ze WAAR zijn.
  • Als het scherm blijft openstaan, kan de toestand van de ingangen veranderen
    • Door de testknoppen,
    • of door de dagelijkse werking van het systeem.
  • Als je de toestand opnieuw wil opvragen, klik je op de tekening van de functie in het midden van het scherm.